“Toen duidelijk werd dat de nieuwe inkoop taakgericht zou worden wisten we dat we echt anders gingen werken. Het uitgangspunt dat de zorgprofessional het beste in kan schatten wat en hoeveel iemand nodig heeft aan ondersteuning vind ik logisch. Er ligt nu meer kracht en regie bij de professionals zelf.”
Annet van Heertum is coördinator Sociaal Domein bij de gemeente Heusden. Hieronder vallen ook de plaatsen Vlijmen en Drunen. Vanuit haar eigen gemeente was Annet betrokken bij het inkooptraject. Afgelopen jaar heeft zij de omslag naar de nieuwe manier van werken van dichtbij meegemaakt en begeleid.
“Het werd al snel duidelijk dat de nieuwe inkoop een taakgerichte inkoop zou worden. Daarbij is het uitgangspunt dat de zorgprofessional het beste in kan schatten wat en hoeveel er nodig is aan ondersteuning. We zien dit ook in de wijkverpleging. De zorgverzekeraar verstrekt het geld, maar zegt niet tegen de wijkverpleegkundige dat meneer drie keer in de week een spuit moet krijgen. Zo is het bij ons natuurlijk ook, de professional heeft de regie en dan zouden wij moeten beoordelen wat nodig is. Die beweging dat er meer regie en kracht bij de professionals zelf ligt, daar sta ik helemaal achter.
De gemeente op keukentafelgesprek
Eerst gingen onze consulenten Wmo Zorg zelf op keukentafelgesprek. Tijdens dat gesprek beoordeelden zij wat een inwoner nodig had. We hadden met de regio een gezamenlijke systematiek van arrangementen met een bijhorende intensiteit. De consulenten bepaalden vervolgens welk arrangement, welke intensiteit en welke aanbieder bij een cliënt paste. Zij legden een lijntje naar die aanbieders en stelden een beschikking op.
Nu overleggen onze consulenten wekelijks met het voorliggend veld hier, Bijeen. Samen bespreken zij de aanmeldingen en bekijken ze of de casus kan worden opgepakt in een wijkteam van de gemeente, of dat er gecontracteerde zorg nodig is. In het laatste geval gaat de casus door naar het gebiedsteam van Siem. Onze consulenten vullen dan de eerste twee tabbladen van het ondersteuningsplan van Siem in en sturen het door naar het gebiedsteam. De screeners en matchers nemen vervolgens contact op met de inwoner en bepalen wat er nodig is. Screeners en matchers van gebiedsteam Heusden werken wekelijks hier op het gemeentehuis. Zo leer je elkaar beter kennen en wordt er makkelijker advies aan elkaar gevraagd. Eens per maand hebben we een overleg met de teamleider van Siem over de complexere casussen. En Siem neemt ook regelmatig deel aan het wijkoverleg in Heusden, Drunen en Vlijmen. Bijvoorbeeld als de zorg van een cliënt wordt afgeschaald, dan is dit de plek waar ze dit met het voorliggend veld af kunnen stemmen.
In Heusden gaat ongeveer 20% van de casussen door naar Siem. Het aanbod van Bijeen Heusden is best compleet. Maar voor specifieke zorg, zoals dagopvang of complexere begeleiding hebben we Siem nodig. Toch kijken we met elkaar ook hoe we in de toekomst meer lokaal voorliggend in kunnen zetten en minder gecontracteerde zorg nodig hebben.
Een nieuwe manier van werken
Deze nieuwe manier van werken had natuurlijk wel gevolgen voor onze consulenten. Zij moesten afstand nemen van de uitvoering van die primaire processen, terwijl zij heel goed wisten hoe het speelveld binnen onze gemeente eruitzag. Dat heeft natuurlijk wel wat kruim gekost. We zijn ook in formatie wat teruggegaan. Onze consultenten hebben nog steeds een rol in het bepalen of er zorg vanuit Siem of het voorliggend veld nodig is. En zij pakken de PGB’s op. Verder ligt er binnen onze gemeente best wat complexe casuïstiek. De casusregie doet Siem. Onze consulenten brengen daar een stuk procesregie in, door bijvoorbeeld partijen samen te brengen in situaties waar voortgang nodig is. De taken zijn dus wat verschoven.
Afstand met de onderaannemers
Een kritische noot vanuit ons is dat de helft van de cliënten van Siem in Heusden op dit moment begeleiding van onderaannemers ontvangt. Er is nog een afstand tussen Siem en de onderaannemers; zij werken nog niet met het ondersteuningsplan van Siem en cliënten hebben daardoor geen beschikking. Siem en ook wij zijn daarmee het zicht op complexe casussen kwijt. Bij vraag naar specifieke kennis of expertise die niet in het gebiedsteam zit moet je terug kunnen vallen op onderaannemers. Maar nu gebeurt dat ook vanwege een formatie-tekort en dat baart ons zorgen. Bij complexe begeleidingsvragen is het voor ons dan lastig om onze rol als procesregisseur goed te pakken, omdat wij geen zicht hebben op wat de onderaannemer doet.
Siem doet wat nodig is
Waar ik heel positief over ben is dat we veel meer naar de cliënt kijken. Voorheen vroegen we heel breed uit bij de keukentafelgesprekken. Daar komen we van terug. Er is nu een intrinsieke motivatie om kritisch te kijken naar de begeleiding die we bieden en aan wie. Zo worden er gesprekken gevoerd met cliënten die al jaren een beschikking hadden, als het ware een onderhoudscontract, of deze zorg echt noodzakelijk is. Siem doet wat nodig is en kijkt samen met familie, mantelzorg en het voorliggend veld wat er kan en daarna pas komt Siem in beeld. Dat was in de oude inkoopsystematiek niet gelukt, want die is echt op andere uitgangspunten gebaseerd. De ondersteuning is nu ook minder langdurig en Siem kan zelf op- en afschalen waar nodig. Voorheen moest je dan weer een gesprek aanvragen met de consulent, die moest weer een nieuwe beschikking afgeven, dat was enorm bureaucratisch.
De relatie tussen Siem en de gemeenten is gebaseerd op vertrouwen. Gemeenten moeten wat meer loslaten. En Siem mag van mij, iets meer dan ze nu doen, laten zien wat ze doen.”