Stef van de Weerd, domeinmanager Wmo Regio Hart van Brabant: “We leken elkaar te zijn kwijtgeraakt. Dat pakken we nu weer terug.”
“De Regio Hart van Brabant was overtuigd van de gedachte dat het anders moest in de zorg. We zagen binnen het sociaal domein een versnipperd landschap met veel aanbieders die allemaal bezig waren met hun eigen winkel. Dit zorgde voor een verwijdering; men kende elkaar niet meer. En we zagen de kosten oplopen. Samen hadden we een systeem gecreëerd, wat hing aan financieringsstromen en regeltjes.
Een nieuw duurzaam systeem
We wilden een nieuw en duurzaam systeem, waardoor zorg toegankelijk blijft voor alle inwoners van onze regio. Een belangrijk uitgangspunt was werken met minder aanbieders, om het overzicht te behouden en kwaliteit te bewaken. Een ander belangrijk punt was de wens om meer gebiedsgericht te werken. En we moesten de kosten beheersen. Daarin zochten we echt de samenwerking met de zorgaanbieders, want juist zij weten hoe je dingen slimmer kunt organiseren.
Uit het inkooptraject kwam één partij: de Coalitie, nu Siem. De zorgpartijen binnen Siem hadden de handen ineengeslagen en onze uitgangspunten op dezelfde manier vertaald. Zij zagen met ons de noodzakelijke verandering die moet plaatsvinden in het zorglandschap. Een mooie bijvangst was dat Siem overal in het werkgebied zit. Zo konden we voor de hele regio gaan bouwen.
Vertrouwen en geduld
Er werd natuurlijk al samengewerkt, maar anders kijken en samen een nieuwe visie neerzetten, dat is next level. Visie moet je delen om samen afspraken te kunnen maken. Ik zie het als het inrichten van een huis. Als je als stel verschillende ideeën hebt, kom je niet tot een mooi ingericht huis. Pas als je de visie deelt, dan kom je tot elkaar en kun je afspraken maken. De vertaling van deze visie naar de praktijk is een puzzel. Niet elke partij is op elk moment al klaar voor iets. We leren nu dat we vertrouwen en geduld moeten hebben met elkaar.
Een visie die recht doet aan de inwoners
Onze visie staat op twee poten. De ene is de positieve gezondheid. De meeste medewerkers zijn opgeleid volgens het medische model, waarbij jij als professional aangeeft wat er mankeert en anders moet. Bij positieve gezondheid kijken we op een andere manier naar de inwoner. Als je niet aansluit bij wat iemand belangrijk vindt, kom je geen stap verder. Mensen knappen weer op als ze een plek in de maatschappij hebben waar ze mogen zijn en hun ding kunnen doen. Dáár moet die hulpverlener aan bijdragen.
De tweede poot is het verdelen van de schaarste: in geld, in medewerkers. Over de laatste maak ik me vooral zorgen. Ik zeg daarmee niet dat er geld genoeg is. Ik denk dat we betere resultaten kunnen halen met hetzelfde geld. De schaarste aan personeel lossen we echter niet op. Als we straks 20% minder medewerkers hebben, moeten we nog steeds een fatsoenlijke basis kunnen leggen in de hele regio. Daar draagt de gebiedsgerichte aanpak aan bij. We schuiven niet af, maar werken samen. En we stellen prioriteiten. We helpen nu mensen via Siem, maar kunnen straks ook weer even loslaten, als het goed genoeg met ze gaat. Wetende dat er altijd een team van Siem in de buurt is, dat weer instapt als het nodig is. Dat is anders dan iemand voor vijf jaar een indicatie geven van 2 uur per week. Dat eerste is goedkoper en doet meer recht aan wat de inwoner nodig heeft.
Een enorme omslag
Het is nog nergens in Nederland gebeurd dat er op zo’n grote schaal – we hebben het over een regio van 450.000 inwoners- een omslag in de zorg gemaakt is. Het begin van Siem was rommelig. In de aanbestedingsperiode praat je intensief met elkaar, maar op het moment dat de Coalitie in bedrijf ging zag je dat nog niet iedereen al onderdeel was van de dialoog die de gemeenten en Siem al enige tijd met elkaar voerden. Het betekenis geven in de werkelijkheid, dat bleek toch wel ingewikkeld. Ook in de gemeenteraden waren er hier en daar kritische geluiden. De keuze voor één partij betekende ook dat we van een aantal partijen afscheid moesten nemen. Dit vroeg veel aandacht. Het gaat om mensen die zich met hart en ziel ingezet hebben voor inwoners en waar we afscheid van moesten nemen. Dat is een heel kwetsbaar proces. En dat hebben we zorgvuldig gedaan, maar we zijn nog niet klaar.
Kleurrijke club in de wijk
Ik hoor nu steeds meer goede geluiden. Mensen zijn enthousiast over de samenwerking. We leken elkaar een beetje te zijn kwijtgeraakt. Dat zijn we nu weer aan het terugpakken. Samenwerken in projecten gaat makkelijker en efficiënter. Ik verwacht de komende tijd ook veel van de aanpak rondom crisisgevoelige inwoners. Als je heel veel aanbieders hebt kan iedereen zeggen: deze cliënt past niet bij ons. Met de Verstevigingsaanpak kijken we daar nu samen op een andere manier naar. We gaan niet pingpongen met elkaar, maar zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor iemand.
Ik hoop dat Siem de komende tijd verder uit zijn schulp komt. Dat het een kleurrijke club is die aanwezig en zichtbaar is voor inwoners in hun eigen wijk of dorp en ze verder helpt als dat nodig is. Onderaannemers horen daar ook bij, als onderdeel van Siem. Ik zie ook voor me dat Siem op termijn meer collectief aan kan bieden in samenwerking met andere partijen en initiatieven. Hoe leuk is het nou als je mensen aan elkaar kunt verbinden? Met Siem kunnen we dat makkelijker organiseren.”